Het regenwoud wordt bedreigd door houtkap .Waarom wordt het
regenwoud dan gekapt? Voor medicijnen, palmolie, hardhout om huizen, stoelen,
trappen en nog veel meer om mee te bouwen. En dat allemaal voor veel geld. En
wie zijn die mensen die dat geld verdienen of zoals ik het noem afpakken van
het woud: de plantageigenaren, de houtkappers, de verkopers, maar ook de
wegenbouwers, vrachtwagenchauffeurs en de meubelmakers.
Per minuut verdwijnen er wel
vijftig voetbalvelden van het tropisch regenwoud, waarvan tien in het Amazonegebied
in Brazilië. Problemen die na de kap tevoorschijn komen: de aanleg van
snelwegen door het bos, plantages voor soja en oliepalmen, illegale kappers,
jagers, verdroging, bosbranden.
De aantasting van het bos
gebeurt allang niet meer voor de productie van hout. Brazilië maakt soja. Dat
is nodig voor veevoer. Er is meer veevoer nodig want mensen eten steeds meer
vlees. Veevoer maken gebeurt op grote sojaplantages, waarvoor bos gekapt moet
worden. Om vlees en veevoer af te voeren zijn er meer wegen en havens nodig. Met houtkap verdienen veel mensen dus veel geld.
Er wordt in
één minuut wel een stuk zo groot als vijftig voetbalvelden gekapt.
Bij goede houtkap
zorgen de houtkappers dat er nieuw bos groeit. Door ook bomen terug te planten.
Een groot probleem is het slechte houtkappen. Dat is illegaal kappen, of
stukken bos platbranden. Dat is slecht voor milieu, gezondheid, diersoorten die
uitsterven en geen bos terug planten. Mensen moeten daarom eigenlijk alleen
hout kopen van goede houtkap. Dat is hout met een FSC keurmerk.